Visserij.nl

Nieuws over de beroepsvisserij

De slag om de duurzame tonijn

6 min read

De blauwvintonijn mag dan van de ondergang zijn gered, het blijft moeilijk om tonijn te serveren zonder schuldgevoel. Achter de blikjes worden oorlogen uitgevochten rond duurzaamheid.

Ruim tien jaar geleden leek het alsof de blauwvin op het punt stond te worden uitgeroeid in Europese wateren. Milieuorganisaties als het Wereldnatuurfonds (WWF) en Greenpeace zetten de tonijn hoog op hun prioriteitenlijst. Prins Albert van Monaco gebruikte hem in pleidooien om de vangst stop te zetten. En er werd – tevergeefs – actie ondernomen om de internationale handel in blauwvintonijn, net zoals bij de tijger, de olifant en de neushoorn, te verbieden.

Het verhaal van de blauwvin, met een lengte van meer dan 2,5 meter en een gewicht van honderden kilo’s de reus onder de tonijnen, illustreert hoe wereldwijde handelsketens door ongecontroleerde exploitatie een soort op de rand van de afgrond kunnen brengen. Blauwvintonijn was uitgegroeid tot een gewild ingrediënt voor de Japanse sushi- en sashimimarkt. Nadat de Japanse vissers de blauwvin in de Stille Oceaan grotendeels hadden weggevist, kwamen ze naar de Atlantische en naar de Middellandse Zee om hem hier te vissen.

De prijzen die in Japan voor de blauwvintonijn worden betaald, zijn voor Europese begrippen ongekend. Dat is inmiddels wel wat rechtgetrokken, maar niettemin: bij de traditionele nieuwjaarsveiling op de vismarkt in Tokio van 2019 ging de eerste blauwvintonijn van 275 kilo voor een symbolische prijs van 333 miljoen Japanse yen (2,75 miljoen euro) van de hand. En dat terwijl de vis hier aanvankelijk vooral als bliktonijn en zelfs kattenvoer werd gebruikt.

Vrije val
Europese vissers zagen de blauwvin eerder als een veelvraat die sardientjes en haring onder hun neus wegrooft. Bij de gemiddelde Europese consument was de blauwvintonijn, ondanks zijn spectaculaire kenmerken, evenmin erg geliefd. Weinigen wisten zelfs van het bestaan van die enorme vis, die duizenden kilometers door de oceanen kan afleggen, maar ook met hoge topsnelheden achter prooien aanjaagt of orka’s ontvlucht.

De komst van de Japanners veranderde dat. De goudkoorts sloeg toe in de tonijnvisserij. Japan kocht massaal blauwvintonijn op en investeerde in drijvende ‘tonijnboerderijen’ om de vis na vangst vet te mesten. De Middellandse Zee werd het toneel van massale overbevissing. Illegale vangst en handel bloeiden op. NoordAfrikaanse dictators verrijkten zich met de lucratieve zwarte handel in blauwvin.

De overbevissing was zo heftig dat de populatie aan het eind van het eerste decennium van deze eeuw in een vrije val leek te komen. De International Commission for the Conservation of Atlantic Tunas (Iccat), die de tonijnpopulaties in de Atlantische Oceaan beheert, bleek niet in staat de vangstquota voldoende te beperken en de naleving ervan af te dwingen. De druk van de lobby’s uit de visserij-industrie, vooral van Japan, de Europese Unie en de Verenigde Staten, was simpelweg te groot, net als de overige financiële belangen die op het spel stonden. Het debacle leverde de organisatie de bijnaam ‘International Conspiracy to Catch All Tuna’ op.

De aandacht voor duurzame consumptie lijkt eerder een doos van Pandora te hebben geopend.
Maar tien jaar later zwemt de blauwvintonijn eigenaardig genoeg nog altijd rond. De populatie van die vis, die elk voorjaar in grote scholen vanaf de Atlantische Oceaan de Straat van Gibraltar binnentrekt op weg naar de paringsgebieden in de Middellandse Zee, is merkbaar toegenomen. In die mate dat de groepen orka’s die in de Straat op tonijn jagen, terug zijn na jaren van afwezigheid. Tot aan de Deense en de Noorse kusten is de blauwvin weer opgedoken. En zelfs op de Nederlandse stranden spoelt de vis weer aan.

Wat is er gebeurd? Gebaseerd op oude vangstregisters, die al eeuwen worden bijgehouden aan de Spaanse zuidkust, is bekend dat de blauwvinpopulaties in het verleden vaker grote fluctuaties lieten zien. Wat ook hielp, was het uit de weg ruimen van de Libische dictator Moammar Kadhafi en de vlucht van de familie Ben Ali uit Tunesië, waardoor de illegale handel in zwarte tonijn een stevige klap kreeg.

Maar visserijdeskundigen wijzen erop dat de beleidsmaatregelen van de Iccat uiteindelijk ook een bijdrage hebben geleverd. Vooral het vaststellen van een minimaal gewicht van 30 kilo voor de tonijn (waardoor de kleinere niet-geslachtrijpe tonijn behouden blijft) zou het herstel in een versnelling hebben gebracht. Er is ook een betere controle op de corrupte visboerderijen in Malta waar zwarte tonijn wordt ‘witgewassen’.

Geelvin en grootoog
Dat de blauwvintonijn van de ondergang is gered, schept hoop om ook het beleid van andere tonijnsoorten duurzaam op de rails te krijgen. Dat betekent helaas nog niet dat het voor de consument eenvoudiger is geworden. De aandacht voor duurzame consumptie lijkt eerder een doos van Pandora te hebben geopend. Er zijn zo veel criteria en factoren die een rol spelen bij duurzaamheid dat het zelfs voor deskundigen niet altijd eenvoudig is.

Blauwvin is maar een kleine nichemarkt van wat jaarlijks wereldwijd aan tonnen tonijn wordt gevangen en geconsumeerd. De tonijn die verreweg het meest wordt gevangen en gegeten, is skipjack, die vooral in blikjes zit, gevolgd door geelvintonijn, de albacore (witte tonijn) en de grootoogtonijn. Skipjack en albacore zijn er in overvloed, leert recent onderzoek van de Internationale Seafood Sustainability Foundation (ISSF), de internationale lobbyclub die 75 procent van de wereldwijde blikjesmarkt zegt te vertegenwoordigen.

Van de onderzochte tonijnpopulaties is 61 procent er goed aan toe, 17 procent wordt overbevist en 23 procent zit ergens tussenin. Vooral de populaties geelvin- en grootoogtonijn bevinden zich in bepaalde gebieden in de gevarenzone.

Maar bij de visboer en de supermarkt is een duurzame keuze niet alleen afhankelijk van hoe de soort ervoor staat. Ook het beheer van de specifieke tonijnpopulatie in een bepaald stuk oceaan is van belang. De vangstmethode speelt mee, zoals de inzet van lokvlotten die tot een grote, ongewenste bijvangst van jonge tonijnsoorten kunnen leiden. Ook bijvangst van andere zeedieren speelt een rol. Alles bij elkaar een reeks van factoren die voor de gemiddelde tonijnconsument niet tot standaardkennis behoren.

Ecolabels en -claims kunnen helpen bij het maken van een duurzame keuze. De Nederlandse en Belgische supermarkten lopen internationaal voorop als het aankomt op het label van de Marine Stewardship Council (MSC), dat je kan aantreffen op verse en bevroren tonijnsteaks. Het MSC-label garandeert dat de vis voldoende scoort op criteria zoals de staat van de populatie, het voorkomen van schade aan het zeemilieu en de aanwezigheid van visserijbeleid. Maar in de blikjesmarkt zijn betrouwbare labels veel minder prominent aanwezig.

In de visserij, handel en retail heerst nog flink wat weerstand om met ecolabels als MSC in zee te gaan. Ze kosten geld en vereisen verbeteringen in de vistechniek of de handelsketen. Vaak wordt gezocht naar duurzaamheidsclaims die minder veeleisend zijn of die door de tonijnindustrie kunnen worden aangewend voor andere doeleinden, zoals het buitensluiten van concurrenten.

Oorlogsbodems
In de almaar groeiende tonijnvisserij wordt duurzaamheidsbeleid in de komende jaren een steeds belangrijker slagveld. Het gaat om een wereldwijde markt waarvan de waarde in 2016 op zeker 42 miljard dollar werd geschat, naast een onbekende kleinschalige, maar omvangrijke tonijnvisserij in de vele tropische kuststaten. De visserij is nu al soms letterlijk een zeeslag: minister van Visserij Susi Pudjiastuti in Indonesië, een van de grootste tonijnnaties ter wereld, maakte de afgelopen jaren faam door een groot aantal illegale tonijnvissersboten uit Vietnam en de Filipijnen op zee tot zinken te brengen.

Ook Europa zet zijn oorlogsbodems in om zijn tonijnvloot te beschermen in de hoorn van Afrika. De geostrategische machtspolitiek van China, een land dat duurzame tonijnvisserij tot dusver niet al te hoog in het vaandel draagt, richt zich steeds nadrukkelijker op het inpalmen van de eilandstaatjes in de westelijke en centrale Stille Oceaan. Met zeker 60 procent van de mondiale tonijnreserves in hun wateren proberen die laatste juist een duurzaam tonijnkartel op te zetten.

De importregelingen van de EU om illegale visserij in de tonijnexporterende landen te blokkeren, winnen aan belang. Ook nieuwe controletechnieken zijn volop in ontwikkeling, zoals de inzet van satellieten om tonijnpiraten op te sporen. Digitale systemen openen voor de consument de mogelijkheid om duurzame tonijn te traceren tot aan de bron. En er is meer aandacht voor ‘greenwashing’: het gebruik van zwakke ecolabels en -claims, die vooral zijn bedoeld om de bedrijven een duurzaam gezicht te geven.

Voor de visliefhebber blijft het dus opletten bij de aankoop van duurzame tonijn. De berichten van het front zijn wisselend, maar de slag is zeker niet verloren.

© Het Financieele Dagblad

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *