Belgisch onderzoeksschip Belgica wordt vervangen

Het oceanografisch onderzoeksschip Belgica krijgt in 2020 een gloednieuwe opvolger. Dat heeft de Belgische ministerraad afgelopen vrijdag beslist.

Het schip viert dit jaar zijn 32ste verjaardag en heeft zijn maximale levensduur bereikt, zegt staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid Elke Sleurs (N-VA). Aan zijn opvolger hangt een kostenplaatje van 54 miljoen euro.

Met meer dan 900.000 kilometer op de teller heeft de Belgica uitstekende diensten geleverd, vindt Sleurs. “Het heeft onmiskenbaar bijgedragen tot de ontwikkeling en internationale uitstraling van ons zee wetenschappelijk onderzoek”. De Belgica werd in de jaren tachtig gebouwd om het 25 jaar te gebruiken. De vooropgestelde pensioenleeftijd werd intussen al met zeven jaar uitgesteld.

In de loop der jaren werd het schip ingeschakeld voor 920 campagnes voor wetenschappelijk onderzoek en monitoringsopdrachten. Jaarlijks vaart de Belgica gemiddeld 175 dagen en 105 nachten uit. Daarbij wordt gemiddeld 92 procent van de beschikbare vaartijd benut. De laatste jaren is het aantal vaardagen dat verloren is gegaan door technische problemen, aanzienlijk gestegen, net als de onderhoudskosten.

De levensduur van het nieuwe onderzoeksschip bedraagt 30 jaar. Voor dit najaar staat een marktonderzoek geprogrammeerd. In 2017 volgt de overheidsopdracht, terwijl voor de bouw zelf wordt gemikt op de periode tussen eind 2017 en eind 2019. De oplevering en ingebruikname zouden begin 2020 moeten gebeuren.

Eén van de gebruikers van de Belgica, is het ILVO-Visserij van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Het schip wordt ingezet voor bestands opnames van commerciële vissoorten, het monitoren van menselijke verstoringen van het mariene milieu en het uittesten van technische innovaties in de visserij.