Visserij.nl

Nieuws over de beroepsvisserij

Franse visserij: concurrent en partner

1 min read

Het aandeel kleine, ambachtelijke boten (<12 mtr) die sterk verouderd zijn, is groot.

De Franse visserij vloot is op Spanje na, de belangrijkste vloot van de EU en wist in 2013 voor een waarde van 1,1 miljard EUR aan te landen. Daarmee slagen Franse vissers erin om 16% van de EU visopbrengst binnen te halen.

Het is dan ook niet verbazend dat Nederlandse vissers hun Franse collega’s regelmatig tegenkomen. Dit geldt zeker voor de visserij in Het Kanaal. In dit gebied leidde dat zelfs tot behoorlijke spanningen. Maar ook geldt dit voor overleg in Brussel. Naast concurrentie is ook degelijk sprake van partnerschappen tussen Nederlandse en Franse visserij bedrijven. Met het oog op het belang van de Franse visserij is het belangrijk om een goed beeld te hebben van wat in de Franse visserij speelt.

De vlootstructuur verandert…

De Franse vloot kent flinke structurele problemen. Het aandeel van de kleine, ambachtelijke boten (<12 mtr) die sterk verouderd zijn, is groot. De grootste zorg heeft de Franse overheid over de terugloop van het aantal boten in de categorie 12 – 24 mtr (afname met 47% in de periode 1995-2013). De terugloop in tonnage voor de vissersvloot zit voor maar liefst 80% in deze categorie. Juist de boten in deze categorie hebben in de ogen van de Franse overheid de beste kansen om te concurreren met vissers uit andere Lidstaten. De overheid ziet de slechte benutting van de nationale quota (slechts 58% van de toegewezen quota wordt benut) als gevolg van de afname van boten in deze categorie.

De reden dat de Franse overheid vooral toekomst ziet in de categorie boten tussen 12 – 24 mtr is het relatief gunstige brandstofgebruik en de mogelijkheid om tot betere concentratie te komen van de nu sterk versnipperde structuur van visafslagen. Ook kunnen boten in deze categorie beter aangepast worden aan de invoering van de aanlandplicht. De eigenaren van deze boten zijn veelal kleine ondernemingen met één, soms twee boten en de bereidheid om te investeren met het oog op de toekomst is beperkt. De Franse overheid wil de structuurfondsen visserij vooral inzetten op versterking van het vlootdeel in de categorie 12 – 24 mtr. Verbeteren van de brandstof efficiëntie is in die categorie een centraal thema. Voor innovatie m.b.t. vissersschepen kent Frankrijk kent diverse programma’s, aangestuurd door vooral het innovatiecluster ‘pôle de compétitivité Mer-Bretagne Atlantique’.

Ondanks de structurele problemen, is het met de winstgevendheid niet slecht gesteld. De gemiddelde opbrengstprijs voor vis, ligt met 2,16 EUR/kg duidelijk boven het EU gemiddelde en het gemiddelde netto resultaat van 14% in 2013 is zeer positief. Vooral de daling van de diesel prijzen vanaf 2013 tot heden werken positief uit voor de winstgevendheid. Dit stemt de vissers momenteel positief. De ouderdom van de vloot en daarmee de toenemende onderhoudskosten, kan de komende jaren afbreuk doen aan de winstgevendheid (gemiddelde leeftijd kleine boten < 12 mtr is ± 22 jaar).

Frankrijk: netto importeur van vis…

Vis en andere zee producten zijn heel belangrijk op het Franse menu. Een gemiddelde, hoofdelijke consumptie van 36 kg/persoon/jaar! Hiermee is de Franse consument één van de grootste verbruikers van vis en visproducten in Europa.

De omvang van de Franse vloot doet vermoeden dat Franse vissers behoorlijk in de nationale behoefte kunnen voldoen. Niets is minder waar. Weliswaar is de exportwaarde van vis rond 700 miljoen EUR. De importwaarde van vis ligt echter op een fors hoger en redelijk constant niveau van 2,2 miljard EUR/jaar (2010-2014). De top-5 voornaamste importproducten zijn zalm, tonijn, garnalen, koolvis en kabeljauw.

Traditioneel is Nederland een belangrijke leverancier. Noorwegen en Verenigd Koninkrijk zijn belangrijker dan Nederland met forse export van zalm en ook Spanje en Ecuador zijn grotere leveranciers op de Franse markt dan Nederland. Onze export (221 mln. EUR in 2013 tegen 225 mln. EUR in 2012) heeft een flinke veer gelaten in de periode 2012-2014, waarbij vooral de export van garnalen fors afnam met 23%.

Belang van de haven Boulogne-sur-Mer

Het aanlanden van vis via de visafslag in Boulogne is fors terug gelopen. Werd in 1983 nog 109.600 ton aangevoerd, in 2013 was dit teruggelopen tot slechts 33.000 ton. De haven Boulogne is dan ook blij met de aanwezigheid van Nederlandse vissers die ondertussen een aandeel hebben van 25% in de afslag. Het aandeel van de Pêcheurs d’Opale (voorheen Coopérative Maritime Etaplois – CME) stagneert al jaren. De belangrijkste soorten die worden aangeland zijn: inktvis, tong, pollak (witte koolvis), wijting en rode mul.

Naast de aanvoer van verse vis door de eigen (en Nederlandse) vissers, is de enorme aanvoer van zalm uit Noorwegen en Schotland van groot belang voor de haven van Boulogne. Vanuit Scandinavië wordt 300.000 ton vis (vooral zalm en garnaal) aangevoerd en in Boulogne verwerkt. Daarmee is de haven van Boulogne één van de belangrijkste viswerkende havens van Europa. Men vindt er o.a. vestigingen van Findus, Labeyrie, Pescanova, Parlevliet & van der Plas).

Ook is er een samenwerkingsverband tussen onderzoek instituten en R & D van viswerkende bedrijven actief om innovaties in de visverwerking te entameren nl. ‘Pôle Aquimer’. Een reeks van interessante projecten wordt in dit verband uitgevoerd, gericht op diversificatie en betere valorisatie van vis en aquatische producten. Visie van de visverwerkende industrie in Boulogne is om zich te positioneren als kruispunt van de Scandinavische productie en de consumptie in Zuid-Europese landen.

Aanlandplicht, een uitdaging…

Zoals voor vele vissers, is ook voor de vissers in Boulogne het invoeren van de aanlandplicht een uitdaging. Wellicht een extra uitdaging omdat de boten van deze vissers meestal relatief klein zijn en er een grote diversiteit is van te vangen soorten. Onder de aanduiding ‘EODE’ is daarom een onderzoeksprogramma gestart om de invoering van de aanlandplicht voor te bereiden. Het Franse visserij instituut, IFREMER, speelt daarin een belangrijk rol. Men werkt met 2 pilot boten (12 mtr en 23 mtr) in de Kanaal zone en de Noordzee. Met behulp van deze pilotboten wordt de samenstelling van de bijvangst geanalyseerd en beoordeeld op de consequenties voor inrichting en beheer op de boot. Voorts hoe de visserij strategie kan worden aangepast zoals verbeteren specificiteit en waar te vissen en in welke perioden. Tenslotte is de optimale valorisatie van de bijvangst een belangrijk thema en ontwikkelt met een waarde cascade voor de onvermijdelijke bijvangsten. [Bron: Weblog van het Bureau van de Landbouwraad van de Nederlandse Ambassade in Parijs]

Klik hier voor meer informatie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *