Visserij.nl

Nieuws over de beroepsvisserij

Vriestrawler scoort uitmuntend door efficiency

4 min read

Vriestrawlers zoals de ‘Helen Mary’ van Parlevliet & Van der Plas zijn vanwege hun ontwerp en indeling uiterst efficiënt. (foto: W.M. den Heijer)

Het gaat al jaren goed met haring en makreel. Twee pelagische bestanden die van belang zijn voor de Nederlandse vriestrawlervloot. Een groep internationale biologen die elk jaar onderzoek doet naar de omvang is uitermate gunstig gestemd.

Het lijkt erop dat de aanwas van zowel jonge haring als jonge makreel in de turbostand staat. De schippers van de trawlervloot bevestigen de positieve uitkomsten van het onderzoek. Zij vangen in luttele minuten soms onvoorstelbare hoeveelheden haring.

Door: Willem M. den Heijer

In het recente verleden klonk er wel eens een ander deuntje. Inmiddels zijn de biologen het erover eens dat zowel het haring- als het makreelbestand zich ver boven het veilig geachte voorzorgsniveau bevindt. De omstandigheden waarin de scholen opgroeien zijn uitstekend en de visserij heeft zich goed weten aan te passen, waardoor nu de vruchten geplukt kunnen worden. Biologen van IMARES (het gerenommeerde onderzoeksinstituut voor de visserij dat deel uitmaakt van Wageningen Universiteit en Researchcentrum) suggereerden vorig jaar zelfs dat er sprake is van ‘onderbevissing’.

Op het achterdek assisteren bemanningsleden met het binnenhalen van het trawlnet. (foto: W.M. den Heijer)

De vloot van Europese lidstaten, waaronder Noorwegen, Schotland en Nederland , vangt jaarlijks nog geen 10 procent van wat er in totaal aan haring en makreel rondzwemt. Aan haring zwemt naar schatting 2 miljoen ton rond en voor  makreel is dat liefst 5 miljoen ton. Dat zijn megabestanden. De internationale raad ziet de haringvisserij op de Noordzee als een visserij met weinig bijvangst en zonder verstoring van de zeebodem. Vandaar ook dat de haringvisserij met moderne vriestrawlers, de eerste grote MSC-gecertificeerde visserij in Europa was.

Het achtereind van het trawlnet zit vol mooie haring. (foto W.M. den Heijer)

Drijven in plaats van vissen

De praktijk op zee laat ook zien dat de biologen er niet naast zitten. Vriestrawlers vangen soms in een paar minuten tijd enorme hoeveelheden haring. De stuurlieden hebben het dan over knabbelen aan een school haring, die zo groot en compact is dat ze het net niet te lang in zee kunnen laten. Dan zou het trawlnet barsten door het enorme gewicht van de vangst en zitten de mannen opgescheept met een fikse schadepost.

Na zo’n trek kan de fabriek aan boord van een vriestrawler weer een volle dag productie draaien: sorteren, invriezen, verpakken en opslaan. Alles draait om efficiency. Daar ligt de kracht van de Nederlandse vriestrawlers. Tijdens een reis van ruim vijftien dagen eind vorig jaar had een Scheveningse vriestrawler daadwerkelijk nog geen 24 uur gevist. Van de totale verblijfsduur op zee is dat nog geen 7 %. De vissersschepen liggen dus voor een groot deel van de reis gewoon te drijven.

Sorteren van de vangst vindt deels machinaal en deels met de hand plaats. (foto W.M. den Heijer)
Kwaliteitsmanager Peter Snijder checkt in het laboratorium van de SCH-81 ‘Carolien’ de kleur van het haringkuit. (foto: W.M. den Heijer)

Verwerking

De meeste trekken op haring duren minder dan een half uur. Zeker wanneer de visserij zich concentreert in het Engelse Kanaal. Maar ook als er elders gevist wordt, of dat nu op grove haring is of dat het een trekje op maatjesharing betreft, moeten de stuurlieden opletten dat ze niet te veel in het trawlnet krijgen. Afgezien van het voorkomen van schade als gevolg van een overschot aan haring, speelt de kwaliteit uiteraard ook een belangrijke rol. Zodra de kuil tegen het achterschip aandrijft, gaat de vispomp erin. Om de haring te sparen, staat er niet al te veel druk op de pomp. De vispomp dirigeert de haring naar een waterafscheider waarna die via mangaten in het dek in een zeewatergekoelde tank terecht komt. Een vriestrawler beschikt over koeltanks waarin de haring tussentijds wordt opgeslagen. Van daaruit reist de haring via een ingenieus lopende bandsysteem naar de sorteerband. Een ploeg opvarenden sorteert de haring. De eenmaal gesorteerde haring vervolgt zijn reis via lopende banden en goten naar de frosters.

Na sortering gaat de haring in nauwe sleuven van vriesunits (frosters) om te worden ingevroren. (foto W.M. den Heijer)

Na drieënhalf uur komen de haringen in diepgevroren pakketten van ongeveer 23 kilo uit de frosters en gaan ze via een lopende band naar de droge ruimte waar machines er een plastic zak omheen doen. Daarna volgt een kartonnen doos. Vanuit de droge ruimte vervolgen de pakken haring hun weg naar het vriesruim.

Opvarende Koos de Bruin haalt de diepgevroren blokken haring uit de sleuven van de vriesunits) . (foto W.M. den Heijer)

Superefficiënt

Omdat het niet loont om telkens terug te keren na een goede vangst, slaan de schepen de vangsten op in grote vriesruimen. Het zijn dus eigenlijk drijvende vrieshuizen. Daardoor zijn ze superefficiënt. De vier Nederlandse rederijen zien al jaren kans om goedkoop eiwitrijk voedsel te leveren aan vooral Afrikaanse landen. De Nederlandse rederijen spelen op het gebied van de mondiale voedselvoorziening een zeer belangrijke rol. Immers 25 % van alle beschikbare landbouwgrond is uitgeput of onderhevig aan erosie (bron: FAO) en uitbreiding van landbouwgrond is ook bijna niet meer mogelijk.

Bovendien verwachten de Verenigde Naties dat de wereldpopulatie in 2050 gegroeid is van 7,2 miljard naar 9,6 miljard. Het aantal Afrikanen zal met meer dan 50 % toenemen (bron: ‘One World’ nr 3 april 2015). Specifiek voor Afrika telt het grote aantal kinderen dat geboren wordt extra mee. De zeeën en oceanen, die bijna driekwart van het aardoppervlak beslaan, bieden op het gebied van voedselvoorziening volop kansen. Aan visdetaillisten en ambulante handelaren de taak om dit verhaal over de bühne te brengen als klanten vragen hoe het zit met haring en makreel.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *